| Omschrijving |
|---|
|
Biejeingezeumerd 2013-3 Uit de vereniging: Blz. 2 Johanna Cox – Geraedts erelid van de MHVS Blz. 2 Nieuws uit de monumenten hoek Blz. 4 Open monumentendag 2012: Groen van Toen Blz. 6 Jaarprogramma Maas- en Swalmdal en MHVS 2012 Blz. 6 Wandelingen Swalmdalgidsen en kanotochten 2012 + 2013 Blz. 6 Programma IVN De Steilrand 2012 Blz. 7 Themarondleiding werkgroep Dorpsgidsen Beesel Overige artikelen: Blz. 7 Kroniek van Swalmen, april, mei en juni 2012 Blz. 9 Jaarlijkse reis Heemkundever Meer ... |
| Tekst |
|---|
|
teel een militaire bezetting om het te beschermen tegen een aanval van andere partijen die het graag in hun bezit wilden krijgen. In 1825 erfde Max Felix, Rijksgraaf Wolff Metternich zur Gracht het kasteel met overige bezittingen. Zijn zoon Dietrich die in 1878 heer Satzvey werd, gaf het kasteel het aanzien dat het nu heeft. De vader van Gravin De Guerre-Wolff Metternich van kasteel Hillenraad in Swalmen is op Satzvey geboren. Na het bezoek aan het kasteel kwam een einde aan deze jaarlijkse reis van de Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal. Boekenmarkt met aantrekkelijke aanbiedingen voor leden Vanwege de verhuizing hebben we minder plek voor onze bibliotheekboeken. We hebben dan ook onze bibliotheek opgeschoond en doen diverse boeken weg. Daarnaast hebben we ook diverse dubbele exemplaren die betrekking hebben op onze streek. Deze boeken doen we voor de leden weg tegen dumpprijzen. Daarna kunnen niet-leden van deze mogelijkheid gebruik van maken. Een uitgelezen kans dus om nu tegen gunstige prijzen een of meerdere heemkundige boeken aan te schaffen. Verder hebben we ook nog diverse oude jaargangen van ons jaarboek, die ook met aanmerkelijke kortingen weggaan. Wilt U van deze buitenkans gebruik maken, kom dan maandag 29 oktober tussen 20.00 en 22.00 uur naar onze verenigingsruimte in het parochiehuis in Reuver (ingang tussen kerk en klooster). Een monument voor de kleibewerkers in Belfeld Jan Coopmans Romeinse dakpannen In 1982 werden bij een archeologische opgraving van een oude oven op de Krekelbergsheide, in het Patersbosje, te Belfeld enkele dakpanfragmenten gevonden met de stempel ‘LEG XXX VV’, dit betekent: Legio Tricesima Ulpia Victrix, oftewel ‘het onoverwinnelijke dertigste legioen’ van het Romeinse Rijk, dat bij Xanten aan de Rijn gelegerd was. Dit was het bewijs, dat in de 2e en 3e eeuw na Chr. in Belfeld reeds een pannenoven stond. De Romeinen bakten hier de dakpannen voor de onderkomens van de soldaten, die de Heerweg van Coriovallum (Heerlen) naar Colonia Ulpia Traiana (Xanten) in Duitsland moesten onderhouden. Dergelijke ovens zijn ook gevonden in Tegelen en Swalmen. De klei die hiervoor werd gebruikt, werd afgezet toen de Maas en de Rijn hier samenvloeiden in een moerassige rivierdelta. Dit was ongeveer tussen 1,6 en 2,5 miljoen jaar geleden. Deze klei-afzettingen lagen op het hoogterras, aan beide zijden van de Duits-Nederlandse grens, tussen Venlo en Roermond. Na de Romeinse tijd werden geen pannen meer gebruikt, de techniek ging verloren en men ging over op stro- of rietdaken. Opleving Pas vanaf de 18e eeuw werden hier in de regio weer handvorm-pannen gemaakt. Het kleidelven met de schop, het persen in houten vormen, het drogen in de openlucht en het bakken in veld- of kamerovens. Dit heette toen een ‘pannesjop’. In Belfeld hebben tussen ca. 1870 en 1915 ongeveer 10 van deze kleine pannenbakkerijen gelegen, met als uitloper in de tijd, de fabriek van de Gebr. van Cleef tot 1962. Naderhand werd de productie steeds meer gemechaniseerd met zware machines en stoomkracht. Janssen & Dings In 1892 werd het bedrijf Janssen & Dings opgericht door de gebroeders Hendrik en Joseph Janssen uit Tegelen met hun zwager Willem Dings als geldschieter. De pannenfabrieken met de zgn. Kasseler vlamovens werden vanaf 1894 gebouwd. Dit waren aparte langwerpige ovens met een tongewelf, ongeveer 2,5 meter breed en 5 meter lang. Tussen de 11 |
|
stookkamer en de bakruimte stond een brandmuur die niet tot boven doorliep, zodat de hitte over de muur kon slaan en in de bakruimte terecht kwam, de pannen gaar stookte en daarna door de schoorsteen verdween. Hierin werden door een zogenaamd ‘smoor-procedé’ blauwe pannen gemaakt. Dit gebeurde door op een bepaald moment van het proces de schoorsteen hermetisch af te sluiten, waardoor de rookgassen de pannen een blauwe kleur gaven. Bij de rode pannen liet men deze werkwijze achterwege. Deze Kasseler vlamovens werden uiteindelijk in 1948 vervangen. Ze hadden een erg hoog brandstofverbruik. Ringoven In 1930-1931 werd haaks op deze ovens een groot gebouw van 4 verdiepingen gezet, met daarin een productieruimte, transporteurs, droogzolders en een ringoven met tientallen opeenvolgende kamers en een hoge schoorsteen. Hierbij ‘liep’ het vuur door de ovens en verwarmde de aangrenzende kamer voor. Zodra een kamer voldoende was voorverwarmd door de hete gassen van de kamer ernaast, was de temperatuur hoog genoeg, om met kolengruis dat door kokers werd gestort, dit vanzelf te laten ontbranden en het stookproces op gang te houden. De muren van de ovens waren ca. 1 meter dik, om te zorgen dat de hitte zolang mogelijk in de ruimtes aanwezig bleef. Door een bepaald systeem werd buitenlucht aangezogen, die de al gebakken pannen afkoelde, zodat deze verwijderd konden worden. In dergelijke ovens konden alleen rode pannen worden gemaakt. Het bijkomende voordeel was, dat deze ovens veel zuiniger waren met brand. Dit type ringoven werd in 1858 ontworpen door de Berlijnse bouwkundige Friedrich Hoffmann, die er in 1878 patent op aanvroeg. Omstreeks 1938 werd in deze streek ongeveer 40% van de landelijke dakpannenproductie gemaakt. In september 2002 is het bedrijf ‘Janssen & Dings/ Koramic’ uit Belfeld vertrokken om zich in Tegelen als ‘Wienerberger/Koramic’ te vestigen. pannenpersen onthuld, een uit 1936 en een uit 1966, destijds gebouwd bij Machinefabriek H. Mulder in Tegelen. Deze werden tot voor enkele jaren gebruikt voor het maken van diverse dakpannen en hulpstukken zoals vorstpannen, eindvorsten, onderpannen, kantpannen en ventilatiepannen etc. Bij het ontwerp van de genoemde wooncomplexen in het Koramic-Kwartier, is gebruik gemaakt van het profiel van de voormalige Kasseler ovens. De brede, boven het dak uitstekende scheidingsmuren van de woningen symboliseren de 10 schoorstenen en de boogvormen van de onderste verdieping verbeelden de tongewelven van de ovens. Locatie monumenten en symboliek Links en rechts op de hoek van wooncomplexen ‘Mulden’ en ‘Tuiles du Nord’ aan de Blauwe Oven in Belfeld, zijn op donderdag 31 mei 2012 onder grote belangstelling enkele gerestaureerde slede- Restauratie De oude persen werden door een team van 5 vrijwilligers, te weten Wim Ernst, Piërre Lucker, Jan Coopmans, Thijs Boots en Leon Rievers, waarvan de laatste twee werkzaam zijn bij Wienerberger, vanaf oktober 2011 in ongeveer 500 avonduren volledig uit elkaar gehaald, vetvrij gemaakt en waar nodig machinaal bijgewerkt. Hierbij werd dankbaar gebruik gemaakt van de technische onderhoudswerkplaats van Wienerberger in Tegelen, waar alle machines, gereedschappen en materialen beschikbaar waren. Bij spuiterij Topcoat in Tegelen werden ze tenslotte schoon gestraald en in de diverse kleuren gespoten en afgelakt. Als laatste werd het geheel weer gemonteerd en afgewerkt. 12 |
|
Dank Er is veel dank verschuldigd aan de leden van het voormalige ‘Superke’-museum, de Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal, de vijf vrijwilligers, diverse adviseurs en aan de onmisbare donateurs: Wienerberger/Koramic, Aannemersbedrijf Jongen, Woonservice Urbanus, de Dorpsraad Belfeld en de gemeente Venlo, voor hun geweldige medewerking bij de totstandkoming van dit monument ter ere van de noeste kleibewerkers. Bronnen: Boek: ‘Belfelds Blauw’ , Gemeente Archief Venlo, 2005 Diverse oud-medewerkers van ‘Janssen & Dings’ Div. publicaties van Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal in Jaarboeken Boek: ‘De kleiwarenindustrie in Belfeld, Reuver, Beesel en Swalmen’, J. Ickenroth e.a., 1994 Website: ‘Encyclopedie Grofkeramiek’ , coörd. Marcel Dings, Tegelen De schoenen van vader Te Reuver is in de nacht van woensdag op donderdag ingebroken bij de winkelier Dohman. De winkelier werd wakker en ontdekte den inbreker. Er ontstond een worsteling tusschen beiden en het gelukte den inbreker te ontkomen; hij liet echter zijn schoenen achter. Deze werden den volgende dag in de school vertoond en eenige kinderen herkenden ze als van die van hun vader. Daarna is te Tegelen aangehouden de arbeider B…….. ‘k Zie ’t tooneel voor me. Meester stapt de school binnen, een paar schoenen in de hand. “Kinderen, legt eens allemaal een oogenblik je griffel neer en zie eens naar me. Weten jullie ook, van wie deze schoenen zijn?”. Alle kinderoogen vestigden zich op de schoenen. Daar verrijst zegevierend een kleine jongen uit de bank. “Meester, dat zijn vaders schoenen”. ’t Hartje klopt hem in de keel, wat een heerlijk gewichtig oogenblik! “Zie je het goed, jongen?”. Hij zou vaders schoenen niet kennen. “Ja meester, ’t zijn zeker vaders schoenen”. Daarna ’t zelfde tooneel in een ander klas met broertje en zusje. O, wreede meester en wreede politie, aanstonds komt de ontnuchtering. Ze hebben hun vader verraden en hoewel onschuldig, een hevig berouw komt ’t kinderhart plagen. Heeft die meester dat onderzoek op de school moeten toestaan? Of heeft ’t onderwijzend personeel te Reuver ’t immoreele van deze daad niet ingezien? Wat weegt ten slotte zwaarder, de materiëele schade, die de inbreker aanbracht of nog zou kunnen aanbrengen, of de groote droefheid en ’t verraad het kinderhart aangedaan. Want vader mag inbreker zijn, maar vader is toch ‘vader’. Uit ‘Het Vaderland’, Staat- en letterkundig Nieuwsblad, 16-21926. Koninklijke Bibliotheek 13 |
|
Flora en Fauna 23 - de Teunisbloem Hans Simons Vreemd. De bloemen van de plant die ik deze keer wat nader wil bekijken zien er ‘s morgens, als de natuur op zijn best is, al verwelkt uit. En dat wordt er in de loop van de dag niet beter op. Maar op mijn avondrondje zie ik dat zich een klein wonder voltrekt. Ik zie een langwerpige knop als het ware openspringen, en binnen nauwelijks meer dan een minuut is er een mooie, lekker ruikende frisse bloem! In de hoofdrol hier: de Teunisbloem. Zijn naam dankt de bloem aan Sint Antonius, de bloei begint rond 13 juni, de feestdag van deze heilige. De bloeiperiode duurt tot in september. In ons land komen vier soorten voor: de grote, de kleine, de middelste of gewone en de duinteunisbloem. Het is een gele bloem, maar er zijn ook gekweekte variëteiten met rode, roze of witte bloemen. De bloemen gaan ‘s avonds open en trekken dan met hun zachte citroengeur avond- en nachtvlinders aan. Oorspronkelijk komt de plant uit Midden-Amerika, is vermoedelijk in de zeventiende eeuw in Europa ingevoerd en heeft zich hier genetisch tot een eigen soort ontwikkeld. De Teunisbloem heeft een voorkeur voor omgewerkte zandige droge grond en staat graag op een zonnige plek, zoals spoordijken, fabrieksterreinen en wegbermen. Komt in Nederland heel algemeen voor. De bloemen hebben vier kroonblaadjes en hebben een stamper en meeldraden. Opmerkelijk is dat ze ondanks de geur en de overvloedige nectarproductie voor de bestuiving niet alleen afhankelijk zijn van de nachtvlinders die aangelokt worden. Vaak heeft de zelfbestuiving al plaatsgevonden, voordat de bloem helemaal open is. De plant wordt tot ruim een meter hoog en heeft een penwortel. Ze heeft een lange rechte stengel met langwerpige, zwak getande bladeren. De rozetbladeren aan de voet zijn vaak grof getand. De langwerpige zaaddoos bevat ongeveer tweehonderd zaadjes. 14 |
|
Als je de wel wat grove plant ziet staan, zou je niet zeggen dat de hele plant eetbaar is. De jonge bladeren kunnen verwerkt worden in een salade, en de bloemen geven er een frisse kleur aan. De bloem zelf heeft weinig smaak, is dus meer ter decoratie. Het aftreksel van de bloem geeft een aparte kleur aan bijvoorbeeld een cake of aan pannenkoeken. De wat oudere bladeren kunnen net als bijvoorbeeld brandnetels gekookt gegeten worden als spinazie. De gekookte wortels smaken pikant en peperachtig en zijn te gebruiken met andere groenten samen in gemengde groente, als hutspot of in soep. Ze worden vanwege de rozige kleur ook wel hamwortel genoemd. In de Tweede Wereldoorlog werden de bladeren als vervanging voor tabak gebruikt. Gewone Teunisbloem, de wetenschappelijke naam is Oenothera biennis. Oenothera komt van het Oudgriekse oeno - ezel en thera - vangen en betekent zo ezelsvanger. Werd (wordt?) dus graag gegeten door ezels, je kon er ezels mee vangen. Een andere afleiding zou kunnen zijn van Oinos - wijn en Ther - dier. Je blijft er nuchter van na het drinken van wijn? Zou uitgeprobeerd moeten worden! Ook in de natuurgeneeskunde heeft de plant een goede naam. Indianen gebruikten thee van bladeren al als middel tegen diarree. Van de bloemen maakten ze een soort hoestsiroop met een goede werking bij ademhalingsproblemen. Teunisbloemolie, gewonnen uit de zaden, helpt in– en uitwendig goed bij de behandeling van een droge, schilferige huid, zoals bij eczeem. Ook heerlijk in het badwater; droge huid wordt Maakt deel uit van de Teunisbloemfamilie: Onaer zachter en graceae. Onagra betekent voedsel van onager, soepeler van. een wilde ezelsoort. We hoeven Wederik en Wilgeroosje horen ook bij de Teunisniet zelf zabloemfamilie. den te gaan persen, TeuVolksnamen zijn onder andere: nisbloemolie Nachtlampke (Fries) is te koop in reformzaken. Deze olie wordt ook in Gemeine Nachtkerze (Duits) de cosmetica-industrie veel gebruikt bij het maken Weinblume van crèmes en lotions. Eveningprimrose (Engels) Maar pas op: het wordt afgeraden de plant te geEvening Star bruiken bij epilepsie of manische depressiviteit! Nachtkeers De olie wordt inwendig ook nog gebruikt bij nog Nachtpitjes meer klachten, bijvoorbeeld bij reuma, hart– en Leliën van een nacht vaatziekten, hooikoorts en andere allergieën, Vierentwintiguursbloem astma, en bij overgewicht door een stofwisselingsNachtschone stoornis. Verder schijnt het ook te werken bij een kater na overmatig alcoholgebruik. Het gamma-linoleenzuur in de olie werkt op de hormoonhuishouding en kan menstruatieproblemen verlichten. Je ziet: de Teunisbloem: een geheimzinnig bloeiende plant uit duizenden! 15 |