| Omschrijving |
|---|
|
Biejeingezeumerd 2013-3 Uit de vereniging: Blz. 2 Werkgroep Dorpsgidsen Beesel al tien jaar succesvol Blz. 3 PLUS Savelkoul in Reuver start voor de vijfde keer sponsoractie Blz 4 Museum ‘De oude Bemden’ Blz. 4 Carnavalslezing door Sander Mattheijssen Blz. 5 Plaatsing herdenkingsplaquette familie Lebon Blz. 5 Schenkingen Blz. 5 Oproep - Leuk om te bewaren Blz. 6 Jaarprogramma Maas- en Swalmdal en MHVS Blz. 6 Jaarprogramma IVN De Steilrand 2013 Blz. 6 Rectificatie Overige artikelen: Meer ... |
| Tekst |
|---|
|
Lagere scholen in ons werkgebied: BS De Mortel Marjan Blom In de vorige uitgave, 2013-2, heeft u kunnen lezen over BS Heide, die gefuseerd is met Basissschool De Mortel en die nu BS De Octopus heet. Hier volgt een verslag over het ontstaan van BS De Mortel. Tot het einde van de 19e eeuw was Swalmen slechts één onderwijsinstelling rijk: de in 1877 gebouwde openbare lagere school aan de Schoolstraat, voor jongens en meisjes. Deze school bleek in de jaren 80 van de 19e eeuw te klein. Men wilde niet dat kinderen zonder toezicht op straat rondliepen en op zeker moment besloot het gemeentebestuur tot de oprichting van een bewaarschool. Deze school werd gebouwd aan de Boutestraat en werd in oktober 1899 geopend. De school werd gebouwd om er te vestigen: een taalschool voor meisjes van 6-12 jaren, een bewaarschool voor kinderen van 2½-6 jaren en een naai- en breischool. In de bewaarschool zou plaats zijn voor 150 kinderen en in de naai- en breischool plaats voor tenminste 40 meisjes, De Heilig Hartschool. De Heilig Hartschool mocht zich verheugen in een steeds stijgend aantal leerlingen. In 1919 volgde de uitbreiding met een trappenhuis en bovenverdieping, waarin voorzien was in 4 leslokalen en een lerarenkamer alsmede toiletten met een waterspoeling. Aan de westzijde kreeg de bewaarschool een aanbouw van twee lokalen, een washok en een stal. Nog meer uitbreiding bleef niet uit. In 1932 was er een nieuwe kleuterschool, de Maria Bewaarschool, speciaal voor de kleuters. De meisjesschool kreeg drie extra leslokalen, een leermiddelenkamer en een hoofdenkamer. Er zou ook een overdekte speelplaats gebouwd worden. Na de bouw van de kleuterschool kwamen de lokalen die eerder waren bezet door de kleuters, vrij. Die lokalen bleven in gebruik voor het huishoudonderwijs, de 7e en 8e klas, tot 1957. Er werd aan het Mortelplein een nieuwe V.G.L.O.- (Voorgezet Lager Onderwijs) school gebouwd, die op 19 juni 1957 werd ingezegend. (In deze school werd tot 1967 lesgegeven, daarna was in het gebouw de Openbare Bibliotheek gevestigd.) Er werd in al die jaren les gegeven door de zusters van het Arme Kind Jezus. In 1973 werd, na bijna 75 jaar, het klooster van de zusters van het Arme Kind Jezus opgeheven, wegens gebrek aan roeping en vergrijzing van de congregatie. Na het vertrek van de zusters werd de gemeente Swalmen eigenaar van het kloostercomplex. De schoolgebouwen voldeden niet meer aan de eisen van de tijd daarom werden er plannen gemaakt voor de bouw van een nieuwe school. Op 1 dec. 1974 werd dhr. Wim Janssen directeur. Er waren toen 275 leerlingen. Tot 1975 waren er op de H. Hartschool alleen maar meisjes. In dat jaar kwamen er ook jongens op school en werden de klassen gemengd. Zijkant H. Hartschool 11 |
|
Foto genomen vanaf de Marktstraat (De Limburger 1311-1987) Toen de functie van school verdwenen was, deed het klooster dienst als tijdelijke woonruimte voor bewoners van ‘Huize in ’t Veld’ wegens een verbouwing. Lokalen werden gebruikt door het kerkelijk zangkoor St. Cecilia, het bejaardenkoor en het jongerenkoor Con Dios. Eind 1980 mocht de pas opgerichte Milieu- en Heemkundevereniging er een verenigingsruimte betrekken. De H. Hartschool diende nog als noodbibliotheek vanwege een verbouwing van de Openbare Bibliotheek, ook werden er spullen voor de ‘Sjommelmert’ van de harmonie opgeslagen. In 1988 werd het klooster afgebroken. (15-3-1988) Op de foto de sloop van de kleuterschool. Bij de afbraak van de H. Hartschool werd een iets meer dan 25 meter lange tunnel blootgelegd. In die tunnel liepen verwarmingsbuizen, die vroeger in verbinding stonden met de school en het even verderop gelegen oude klooster. Deze tunnel werd in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog door 26 jonge mannen uit Swalmen en omstreken gebruikt als schuilplaats. Rond januari 1945 besloten 26 jongeren uit Swalmen, allen rond de 20 jaar, onder te duiken. Zo hoopten ze evacuatie naar Duitsland, om daar gebruikt te worden voor de ‘Arbeitseinsatz’, te voorkomen. Op het hoogste punt van de gang kon je hooguit op de hurken zitten. Tot de bevrijding van Swalmen, op 1 maart 1945, bleven de jongeren in de koude en vochtige gang ondergedoken. Alleen ’s nachts trokken ze er af en toe tussenuit om eten te halen en de benen te strekken of naar het toilet te gaan. Er zat voor de verstekelingen niets anders op dan te blijven zitten en duimen te draaien. Zij aan zij, met de dikste kleren aan onder de dekens tegen de kou. Het enige licht in de gang kwam van een spaarzaam kaarsje en een kortstondig brandende lucifer. 12 |
|
Sef Cluitmans bij de kleine onderaardse gang. Hij vertelt zijn verhaal aan Mia Dekkers (links) van de plaatselijke Heemkundevereniging (De Limburger 13-5-1988) Op 1 maart was de spanning voorbij, de Duitsers waren uit Swalmen vertrokken en de geallieerde troepen kwamen eraan. De 26 onderduikers, die een maand lang met elkaar op iets meer dan 25 meter tunnel leefden, konden de schuilplaats opgelucht verlaten. De nieuwe school, die gebouwd werd nadat was geconstateerd dat de Heilig Hartschool niet meer voldeed aan de eisen van de tijd, was de Mortelschool. De vergunning voor de bouw van een 3+1 klassige RK Basisschool met gemeenschapsruimte werd op 30 maart 1982 afgegeven. De plannen waren er, de totstandkoming van de school verliep nogal moeilijk. Beperkende maatregelen in de scholen, uitgevaardigd door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen waren daar mede de oorzaak van. Zo kon reeds in een vroeg stadium worden vastgesteld, dat de nieuwe school bij de ingebruikname te klein zou zijn. Het ministerie handhaafde echter de afgegeven verklaring van toestemming, daarbij wijzende op de tijdelijkheid van de situatie. Uiteindelijk werd de school op zaterdag 28 mei 1983 feestelijk geopend. Het was een accommodatie, die destijds, architectonisch alsook functioneel, modern van opzet was: een school met lokalen gegroepeerd rond een centrale hal. Dit is wat een van de leerlingen (Loud, klas 6) schreef bij de opening van de nieuwe school: Oude school De klassen ver van elkaar. De klassen zijn hoog. Veel stoken. Grote speelplaats. Heel oud. 85 jaar oud. Hoog gebouw. Steeds trappen op. Niet gezellig. Nieuwe school Modern. De klassen zijn laag. Kleinere klassen. Warmer. Schuifbare deur. De klassen liggen dicht bij elkaar. We hebben kastjes met hele kleine laatjes. Nieuwe bankjes. Filmscherm. Geen zeiltje. Grote tuin. Elke klas eigen speelplaats. Gezellig. Zoals vermeld was de nieuwe school al bij de opening te klein en moest er tijdelijk nog een klas leerlingen in de H. Hartschool blijven. Er werd daarom op 10 november 1987 een vergunning afgegeven voor de uitbreiding van de basisschool. Een tiental jaren later kwam er nog een tijdelijk leslokaal bij. De school kreeg een vergunning voor verbouw van het interieur in maart 2001. Toen werd de hal opgeofferd ten behoeve van meer klaslokalen. Er was gepland dat de school nog groter kon worden omdat er 13 |
|
Oktober 1983: leerkrachten: v.l.n.r. Thea Custers, Wil Knols, Wim Janssen, Toos Hermans, Marianne Teepen ook plannen waren voor woningen in die buurt. Echter door de komst van de A73 kon de bouw van die woningen niet doorgaan en zodoende was er ook geen ‘nieuwe aanwas aan kinderen’ voor de school. Het was en bleef dus een kleine, maar wel een mooie en gezellige school. Na 37 jaar als onderwijzeres werkzaam te zijn geweest, verliet mej. Thea Custers de school in juli 1987. Er werd feestelijk afscheid van haar genomen. De heer Wim Janssen is tot juli 2002 directeur gebleven. Bij zijn vertrek werd er een naambord onthuld: het speelplein bij de school werd omgedoopt tot het ‘W. Janssenplein 1974-2001’. Vanaf juli 2002 viel BS De Mortel onder het bestuur van de stichting voor Primair Onderwijs ‘Melior’. Vanaf 4 januari 2010 gaan BS De Mortel en BS Heide samen onder de naam BS Octopus. Na de sloop van BS De Mortel werden op die plaats woningen en een nieuw tehuis voor de bewoners van Huize ‘t Veld, nu Daelzicht, gebouwd. Dit laatste is j.l. 7 juni 2013 geopend (zie Kroniek in dit nummer). Bronnen: periodiek 1988-3 van de MHVS, Biejeingezeumerd 2012-2, feestgids bij gelegenheid van de opening van BS De Mortel, oud hoofd van de school dhr. Wim Janssen. De Maas, vroeger en nu Wiel Killaars Al bijna 62 jaar ken ik de Maas. Ik ben langs de Maas geboren en getogen, heb er gespeeld gelopen en zwemmen geleerd. Wie weet dat niet, zwemmen bij Muisers in de Maas met honderden tegelijk tussen de draad. Later gingen we op eigen houtje zwemmen, af en toe een boot grijpen en mee naar de stuw in Belfeld en daar eraf en dan ‘n lift terugpakken of als je pech had teruglopen naar Reuver. De Maas over zwemmen en aan de andere kant een appel jatten. De Maas blijft mij trekken, weet niet hoe dat kan, maar het gevoel blijft ook nu we ouder worden. Heb er veel gevist en ook af en toe een ‘knienke’ gevangen. Het veer tussen Reuver en Kessel, heel veel bedrijvigheid, uren zitten of liggen kijken wie en wat er langskomt. Vaak lopen we nu nog ‘s avonds een rondje en dan komen we steeds daar weer terecht. Nu ik niet meer mag werken en meer vrije tijd heb, mis ik één ding aan de Maas: vissen. Af en toe een visje vangen is er voor mij jammer genoeg niet meer bij. Visrechten, vergunningen en de uitrusting maken het zo duur dat er voor mij niks meer te halen valt. Heel jammer, vraag me trouwens af wie en wat de rechten en plichten maakt om een stukje natuur, wat van ons allemaal is, te verbieden te gebruiken. Zo denk ik er gelukkig niet alleen over, en dit doet mij als ‘Maasmenke’ veel pijn. Maar de meeste pijn heb ik als wij wandelen of langs de Maas fietsen en zien wat de huidige gebruikers op de oevers achterlaten. 14 |
|
Bescherming van enkele waardevolle archeologische terreinen in Swalmen Wiel Luys In juli 2011 is door de gemeenteraad van Roermond de Monumenten- en Archeologieverordening vastgesteld. In deze verordening kent de gemeente nog maar 3 soorten gebieden waarbij een verplichting is tot archeologisch onderzoek: - De op de gemeentelijke archeologische beleidskaart aangeduide gebieden met ‘historische kern’ - De op de gemeentelijke archeologische beleidskaart aangeduide gebieden met een hoge archeologische verwachting. Hierop zijn uitgezonderd die gebieden die binnen de bebouwde kom zijn gelegen én waarvan het plangebied kleiner is dan 1000m2, of wanneer de grondwerkzaamheden plaatsvinden buiten de bebouwde kom én het plangebied kleiner is dan 2500 m2. - De op de gemeentelijke beleidskaart archeologie aangeduide gebieden als ‘overige gebieden’ als het plangebied groter is dan 5000 m2. Met name in de tweede categorie zat naar ons idee een knelpunt. Diverse terreinen in Swalmen zijn in het verleden door de provincie aangeduid als AMK-terrein (AMK=Archeologische Monumenten Kaart). Het betreft terreinen met een hoge tot zeer hoge archeologische waarde. Deze terreinen zouden door het besluit van de gemeente Roermond in het nieuw op te stellen bestemmingsplan buitengebied geen aparte status meer hebben. Het betreft delen van de Romeinse weg, een Karolingische nederzetting, een grafheuvel uit de bronstijd, een omgrachte nederzetting uit de middeleeuwen en nog enkele terreinen. Veelal zijn dit terreinen kleiner dan 2500m2. Zolang ze niet beschermd zijn in het kader van een bestemmingsplan zou een eigenaar deze volgens de nieuwe regeling Neolitische grafheuvel 15 ongezien kunnen laten ‘verdwijnen’. Dit is naar ons idee absoluut niet de bedoeling van de wetgever en het verdrag van Malta. Nu denkt U natuurlijk dat de provincie hier wel een stokje voor steekt. Immers zij hebben deze in het verleden als AMK-terrein opgevoerd. Echter in het kader van de deregulering kan een gemeente dit nu zelf bepalen. Er bleef ons dan ook niets anders over dan te proberen de belangrijkste AMK-terreinen met een onderbouwing op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Dit is natuurlijk een zwaar regime. Bovendien doet zich bij archeologische terreinen het probleem voor dat zonder verder bodemonderzoek het vaak moeilijk is een juiste begrenzing aan te geven. De gemeente wilde hierin niet meegaan aangezien hiermee afgeweken zou worden van de regeling in het bestemmingsplan en ook van het door de Raad vastgestelde beleid. De gemeente zou dan uitgaan van twee verschillende regelingen. Uiteindelijk heeft de gemeente besloten om deze terreinen in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied op te nemen als historische kern om zo toch een zekere bescherming te garanderen. Ons doel is hiermee weliswaar bereikt, maar het is natuurlijk een gekunsteld iets. Immers als we spreken over historische kern dan hebben we het normaal gesproken over de oude kern van een stad of dorp. Verder zijn hiermee nog niet alle AMK-terreinen beschermd. In deze kan de gemeente Roermond een voorbeeld nemen aan de gemeente Beesel waar in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied wel alle AMK-terreinen beschermd zijn. |