Omschrijving
De Zeumer 1989-3
blz. 41 INHOUD
blz. 42 Van de redactie
blz. 43 Programma
Heemkundig allerlei
blz. 45 Veranderingen openingstijden verenigingslokaal
blz. 45 Bestuurswijziging
blz. 45 Stand van zake fusie
blz. 46 Presentatie Jaarboek 1988
blz. 48 Excursie Nideggen-Blankenheim
blz. 50 Nieuwe aanwinsten bibliotheek
blz. 51 Oproep <boekenmarkt>
Historie
blz. 52 Ruzie om een erfenis
Genealogie
blz. 57 Reijnders, Reinders, Rijnders
Archeologie
blz. 58 Nogmaals een oude toren van kaste Meer ...
Tonen 16-20 van 23
Tekst
naar de schout en schepenen van Beesel.
Heinrich vond stadhouder (plaatsvervangend
schout) Wilhelm Quiten en gerechtsbode
Geijs van gen Raede (hij woonde mogelijk op
de boerderij Gen Raede die bij opgravingen
werd blootgelegd) in Bussereind bij Jan van
Elmpt, waar ze "to kraemen" waren gegaan.
In de brief verzocht Goerdt om gerechtelij—
ke toewijzing van de erfgoederen van wijlen
Jan Claissen en zijn vader, die door Lijs
tot op dat moment waren gebruikt.

De volgende ochtend bij het aanbreken van
de dag ging Quiten samen met de stadhouder,
gerechtsbode en medeschepen Peter opten
Cruitzbergh naar Bussereind, waar twee
stukken land lagen die door wijlen Jan
Claissen waren nagelaten. Hier nam de ge—
rechtsbode als vertegenwoordiger van de o-
verheid een schop en bewerkte een hoek van
het land symbolisch. Daarna nam Goerdt Qui—
ten de schop en spitte ook zelf een hoek
van de akker om. Hetzelfde gebeurde met
land in het Haeselt en in de Wilde Hoeve.
Nog diezelfde dag wees de gerechtsbode het
land volgens landsgebruik toe aan Goerdt.
Na deze plichtplegingen vervoegde het ge—
zelschap zich bij de herberg van medesche—
pen Wilhelm van der Kissen, waar zij hun
beloning ontvingen: op kosten van Goerdt
werd gegeten en gedronken. Zij vertelden de
waard, die als "stoelbroeder" eveneens zit-
ting had in de schepenbank, dat Goerdt de
nalatenschap van Jan Claissen had
ontvangen.

Enkele dagen later kreeg gerechtsbode Geijs
bezoek van Jenne Slausen. Zij vroeg hem of
hij samen met schepen Heincken Ingels met
haar mee wilde gaan naar het omstreden land

U1

aan het Bussereinde, om het land ook aan
haar toe te wijzen. Geijs antwoordde dat
Jenne hiermee te laat was; Quiten was haar
voor geweest en ze kon zich de kosten be—
sparen want hij kon haar echt niet helpen.
Inplaats van met haar mee te gaan naar Bus-
sereinde, ging Geijs naar stadhouder Wil—
helm Quiten om deze te vertellen dat Hein—
cken Ingels samen met Jenne ondanks zijn
vermanende woorden toch het land was gaan
bewerken. Hoewel hij wist dat Quiten reeds
aanspraken had laten gelden op de landerij-
en, kreeg Ingels door Jenne een gouden re—
aal aangeboden voor zijn aandeel in de ge—
rechtelijke toewijzing; over het geld voor
de schout en de gerechtsbode werd (nog)
niet gesproken.

Kennelijk was het symbolisch omspitten van
het land niet voldoende om Goerdt tot onom—
streden eigenaar te verklaren. De schepenen
Peter opten Cruitzbergh en Heincken Ingels
werden andermaal opgetrommeld om met Goerdt
mee te gaan om er getuige van te zijn hoe
hij elk stuk land afzonderlijk met de ploeg
bewerkte, eerst aan het Bussereinde, en na
het oogsten van het koren ook aan de Wilde
Hoeve.

Een van de getuigen die werden opgeroepen,
was Theis in der Houfen. Hem werd gevraagd
of hij wist dat Goerdt Quiten zich had ge—
presenteerd als rechtmatige erfgenaam „en
vervolgens het 35 bunder land in de Wilde
Hoeve met de ploeg had bewerkt. Theis had
het land voor de helft van de opbrengst
(als halfman) gepacht van Goerdt; in 1611
had hij de helft van het boekweit bij Qui—
ten aan huis bezorgd. In 1612 had hij het



‚land ingezaaid met haver, waarvoor Goerdt
hem het zaaigoed had geleverd.

Jenne Slausen was het intussen volstrekt
oneens met de gang van zaken. Op een on-
bewaakt moment slaagde zij er samen met
haar kinderen Johannes (Jennis) en Cathari—
na (Threincken) in om het haver te dorsen
en af te voeren, zonder dat Goerdt Quiten
dit wist en zonder hierbij een gerechtsbode
in te schakelen.

Hetzelfde gebeurde bij de landerijen in
Bussereind. Hier had Jan van Elmpt het land
al enkele jaren gepacht van vruchtgebruik-
ster Lijs. Op het moment dat Goerdt de lan—
derijen opeiste was 1 morgen ingezaaid met
koren. Het graan was al een flink stuk ge—
groeid en volgens de landrechten was het
daardoor op basis van vruchtgebruik eigen-
dom van Michel (uit Wallonië), de tweede
echtgenoot van wijlen Lijs. Goerdt Quiten
had als schatheffer (belastingontvanger)
door de gerechtsbode beslag laten leggen op
1% malder (ongeveer 250 liter) van dit ko-
ren, in verband met achterstallige schat—
ting die Lijs verschuldigd was wegens het
land in de Wilde Hoeve. Het koren was door
de kinderen van Jenne Zillen in 1610 ge—
dorst en lag opgeslagen in de schuur van
Jan van Elmpt. Deze had de landerijen in
Bussereind na het overlijden van Lijs ge-
pacht van Goerdt Quiten; in 1610 en '11
hadden zij de opbrengst gedeeld, mogelijk
nog voordat de vererving door de rechtbank
was bevestigd. De oogst van 1612 werd even-
eens gedeeld. Wilmken aent Busserinde hielp
mee met dorsen; ongeveer' 2 malder gewand
(gezuiverd) rogge werd als aandeel van



Goerdt Quiten in aparte zakken. gedaan en
opzij gezet.

Reeds de volgende dag maakten Jennis, Jan
en Threincken, de kinderen van Jenne Slau—
sen, zich meester van de rogge. Met hun
buit vluchtten ze ijlings achter de veilige
grenzen van de heerlijkheid Swalmen, waar
de Beeselse schepenbank geen bevoegdheid
kon laten gelden. Hoe de rechtzaak uitein—
delijk afliep, is niet bekend.

R.A.L.M. Schepenbank Beesel en Belfeld,
inv.nr. 25

Loe Giesen



Genealogie

REIJNDERS REINDERS RIJNDERS

Begin december 1989 (voor St. Nikolaas) verschijnt het
boek REIJNDERS, REINDERS, RIJNDERS, een verhaal van 2
Noord Limburgse dorpen.
Verspreid over 170 pagina’s wordt hier de stamboom
beschreven van deze stam Reíjnders beginnend vanaf
1700 tot de huidige tijd.

Reijnders betekent zoon van Reijndert. Deze voornaam
is afgeleid van Reinhard, een Germaanse naam met als
betekenis: sterk in het raadgeven. De naam Reijnders
treffen we door heel Nederland aan zonder dat de
naamgenoten perse iets met elkaar te maken hoeven
hebben. Zo komt de naam in de 17de eeuw ook voor in
diverse Noord-Limburgse plaatsen, zoals Beesel.

Deze stamboombeschrijving start rond 1700 in Beesel.
Rond 1770 vindt er een tweedeling plaats door verhui—
zing van een tak naar Helden. Vanuit deze twee
plaatsen vindt dan verdere verspreiding plaats, niet
alleen over Noord—Limburg, ook over het aangrenzend
Duitsland en naar andere werelddelen.

Het boek geeft geen droge opsomming van data maar
verhaalt van de wetenswaardigheden rond deze stam,
geïllustreerd met passages uit akten, krantenknipsels
en bidprentjes.

Het boek is alleen te bestellen door overmaking vanw

t 48,50 op girorekening nummer 19.43.996 of AMRO-

bankrekenígg nummer 41.06.10.151 t.n.v. P.J.M.
Rei'nders Lei zoom 6 Goirle onder’ vermeldi van

STAMBOOM.

Deze intekenpríjs geldt slechts tot 7 oktober 1989. Na
deze datum bedraagt de prijs f 55,- (zolang de be-
perkte voorraad strekt).

Peter Reijnders, Leijzoom 6,
5051 W2 Goirle (te1.013 — 346250)



MediaViewer 2.6 - © 2012-2025 Collectiony BV