| Omschrijving |
|---|
|
De Zeumer 1998-2 Blz. 2 Van de Redaktie. Blz. 4 Programma. Blz. 5 Bestuursmededelingen. Blz. 6 Excursie naar "Tal der Loreley". Blz. 9 Tentoonstellingen in de regio. Blz. 10 Een Beeselse vondst in Eindhoven. Blz. 17 Belfeld 100 jaar geleden. Blz. 18 De Proof. Blz. 19 Zomaar een bidprentje. Blz. 20 Medelijden wordt niet gevraagd. Blz. 22 Oppe Ruiver. Blz. 23 Onweer 22 juni 1898. Blz. 25 Een lastige familie. |
| Tekst |
|---|
|
Dat deze maatschappij de schade spoedig regelt, blijkt al uit het feit dat op 30 juni op al de gemelde plaatsen de schade was opgenomen. De gemeenteraad van Belfeld had daartoe tot schatters der schade benoemd F.W. Boonen en de raadsleden J. van Cruch- ten, J.J. Jacobs en J.B. Benders. Boonen ontvangt hiervoor van gemeentewege een vergoeding van f 1,75. Tot slot verschijnt op 30 juli in het Venloosch Weekblad de volgende (gesponsorde?) advertentie: Wij ondergeteekrnden, Allen verzekerden. Dankm openlijk en vriì De Zulphmnchz Hrtgfl—Mnmrmhrzppij. Voor 't stuwdîg whnlb-n. zonder nlmlen. En het zonder korting uitbetalen. Die zich wil vamk'ren nnnr b—hooren. Gaal. w Reuver hij dan Heer Mooazu. Belfeld. Juli 1898. .‘ll. GIELEN. N. GIELEN. H. THISSEN. Gun. KURSI‘JENS. J. HOEYMAKERS. P. .DBRKS. H. LINSSEN. .I. DORSSERS. I’. PEETERS. G. 'I'OSSERAMS. . J. B. BBNDERS. P. J. (SOOSSENS. Glas. KURSTJENS. Wim Hoezen 24 |
|
_——__.—_————_———— Een lastige familie Toegegeven, in het begin was ook voor mij moeilijk te gelo- ven. Toch kon ik tot geen andere conclusie komen: huwelij- ken van een echtpaar Cuypers-Van Kessel, Cuypers-Beurs- kens, Cuypers-Claessen, Timmermans-Dorssers ontbraken. Daarentegen klopten de voornamen en data van de dopelin- gen perfect. Geruime tijd bleef onderstaand gezin een raadsel. Het is opnieuw slechts een voorbeeld van de vele uitdagingen die we regelmatig tegenkomen bij de samenstelling van ge- zinsbladen van families die ooit hebben geleefd in het werkge- bied van Maas- en Swalmdal. Laten we eens kijken naar het gezin: 13 oktober 1688 SWALMEN - Gehuwd: Goedefridus Paulissen [Paulsen alias Cuijpers alias Timmermans, ged. Swalmen 30—1-1664, begr. ald. 4-9-1704, zn. van Paulus Timmermans en Anna Mertens] en Elisabetha Burskens [Beurskens alias Classen alias Dorsers alias Van Kessel; zij hertr. Swalmen 5-5-1706 met Arnoldus Claessen]. Getuigen: Henricus Spee en Goedefridus Burskens. Uit dit huwelijk: 1. Maria Paulissen, ged. Swalmen 31-7-1689 (get. Arnoldus Meuter namens Godefridus Willems en Cornelia Dorsers namens Matthia Dorsers), begr. ald. 12-9-1689. 2. Elisabeth Cupers, ged. Asselt 12-11-1690 (get. Hinricus Spee en Anna Mertens; dr. van Godefridus x Elisabeth van Kessel). 3. Gerardus Paulsen, ged. Asselt 12—11-1692 (get. Jacobus Mevissen en Gertrudis Paulsen; zn. van Godefridus x Elisabetha NN, achternaam moeder niet genoemd), begr. ald. 28—10—1693. 4. Maria Cuijpers, ged. Asselt 5-7—1695 (get. Joannes Dae- men en Maria Mertens namens Mechtildis Timmermans; dr. van Godefridus x Elisabeta Beurskes; doopakte 25 |
|
genoteerd door Stephanus 0verdijck, vicarius in Swalmen 'proleniporo’). ' 5. Paulus Cuijpers, ged. Asselt 22-7—1697 (get. Bartholo- meus Mewissen en Anna Cupers; zn. van Godefridus x Eli- sabetha Buerskens), verm. jong overl. 6. Johannes Timmermans, ged. Swalmen 10-4-1701 (get. Theodorus Sillen en Bertha Mevissen; zn. van Godefridus x Elisabetha Dorsers), begr. ald. 14-4—1701. 7. Anna Timmermans, ged. Swa|men 10—4-1701 (get. Joan— nes Kromfoets en Matthia Dorsers: dr. van Godefridus x Elisabetha Dorsersl. 8. Paulus Cuijpers, ged. Swalmen 28-11-1702 (get. Wil- helmus Hinderix en Maria Janissen; zn. van Godefridus x Elisabetha Classen). 9. Mechtíldis Timmermans, ged. Swalmen 22-3-1705 (get. Matthias Teunis en Elisabetha Spee; dr. van Godefridus x Elisabetha Burskens). Voor begraven kinderen zie Swa|men 12-9-1689 (dr.), 12-7- 1701 (zn.) en 12—4—1702. 'Dat is aardig verzonnen', hoor ik u denken, 'maar ik geloof er geen barst van'. Ik zal het u niet kwalijk nemen, ook ik dacht zo toen ik pas met genealogie begon. Gelukkig kwam ik bij het doornemen van de Swalmer transportprotocollen onder- staande akte tegen om u gedeeltelijk te kunnen overhalen: 6 maart 1691 SWALMEN - Ten overstaan van Johan Swaken, scholtis, Jan Janssen en Frans Gerets, schepenen van de heerlijkheden Assel en Swa|men, bekennen Paulus Timmermans genaamd Cuijpers en Encke Gerets, echtelieden, dat zij op 30 april 1674 een bedrag van 200 gulden Roermonds tegen een jaar- lijkse rente van 11 gelijke gulden te betalen op de feestdag van de heilige apostelen Philippus en Jacobus, te weten 1 mei, hebben opgenomen van wijlen Derick Gerits krachtens obligatie. Elisabeth Rutsen, weduwe van Derik Gerits voor- noemd, bijgestaan door haar broer frater Johannes Rutsen, kartuizer te Ruremunde, heeft op 19 januari 1691 deze obliga— 26 |
|
_—_——_.___———_— tie krachtens transfix overgedragen aan Theodor Cuijpers, notaris en procureur aan het Hof van Gelderland, en Wilhel- mijn van Beull, echtelieden. Comparanten beloven dat zij de jaarlijkse rente van 11 gulden genoemd in de hoofdbrief met ingang van 1 mei 1691 en Iosbaar met een opzegtermijn van een half jaar zullen betalen, met als onderpand: - hun huis en erf groot ongeveer 3 vierdel morgen in de Dalencamp langs de Cropperstraete gelegen, met een korte zijde grenzend aan de Meulenstraet; - 1 morgen akkerland in het Lichtevelt gelegen tussen Peter Gubbels en het voetpad, met de korte zijden grenzend aan de Heijstraete en land van het huls Hillenraedt; - 3 vierdel akkerland aldaar met een 'tomp' uitschietend tussen de erven van het huis Hillenraedt en Beeckerhoff. Bovenstaande akte maakt klip en klaar melding van een alias— naam Timmermans genaamd Cuypers. Godefridus' ouders waren op 18 november 1649 in Swalmen getrouwd. Vader Paulus werd bij zijn huwelijk met Anna Martens door de pastoor ingeschreven onder de achternaam Timmermans. Hun acht kinderen, waarvan Godefridus de op één na jongste was, werden echter allen ingeschreven onder de naam Beurskens. Zo hebben we wel heel nadrukkelijk te maken met een derde aliasnaam. De aliasnaam Paulissen, naar de naam van vader Paulus, is voor Godefridus goed verklaarbaar. Wellicht hebben vader of zoon bovendien het vak van timmerman en kuiper gecombineerd. Vader Pouwels Cuijpers woonde al in 1662 aan de Daalkamp, zoals blijkt uit een klacht geuit op een van de voogdgedingen omdat hij de heg langs de weg te breed liet groeien waardoor de doorgang werd belemmerd. Op 7 juli 1693 wordt Geurt Cuijpers genoemd als medeeigenaar van een huis op de Hoogstraat in Swalmen. Een extra bevestiging van de familierelatie is ook de vernoeê ming van de vader van Godefridus: de naamgeving bij het onder nummer 5 genoemde zoontje Paulus is direct verbonden met het overlijden van zijn grootvader Paulus, die twee dagen later werd begraven. Volgens het boekje zou grootmoeder Anna Martens in dat geval tussen 1695 en 1701 moeten zijn __—_——___————-———-—-——— 27 |
|
overleden, daar dan een Anna wordt vernoemd. In deze pe- riode vond ik haar begrafenis niet. Of zou zij op 3 september 1698 zijn ingeschreven als Anna Paulissen? Laten we eens kijken naar de aliasnamen van de bruid: Elisa- beth Beurskens alias Claessen alias Dorssers alias Van Kessel. Je zou er wanhopig van worden. Puzzelen is leuk, maar dit... Toch trof ik Elisabeth nog elders aan. Zo was zij in 1687 in Kessel vrijwel zeker doopgetuige bij een zoon van Reinier Ver- hoeven en Elisabeth Dorssers; omdat zij zelf niet aanwezig kon zijn, liet zij zich vervangen. Zoals in Jaarboek 1982 (blz. 51-56) beschreven door Giel Geraedts, hertrouwde Elisabeth in 1706 met de molenbaas Arnoldus Claessen. Ook hij was eerder gehuwd geweest; zijn vrouw was op 7 september 1703 begraven en op 31 december 1706 werd een kind be— graven dat waarschijnlijk eveneens uit dit eerdere huwelijk was. Ook het nalopen van de getuigen kan weer gegevens opleve- ren. Geurt Willems (getuige bij kind 1) was schepen te Kessel en liet zich wegens afwezigheid vervangen door koster Aret Meuter. Meter bij het eerste kind was Matthia Dorssers, echtgenote van Jacob Spee uit Asselt. Het echtpaar was hier rond 1677 komen wonen maar had nog lange tijd bezittingen in Kessel. Ook de meter liet zich vervangen, en wel door Cornelia Dors- sers, de vrouw van Jacob Meuwissen, pachter van de Beeker- hof. Ook hun kinderen Bartholomeus en Bertha traden later op als doopgetuigen. Bij het tweede kind treffen we Anna Mertens aan, de moeder van Godefridus. Onduidelijk is waarom vader Paulus nergens getuigde; hij overleed immers pas in 1697. Doopgetuige Joannes Damen (zie kind 4) in 1685 was ge- huwd met Maria Pauwelsen, een zus van Godefridus. Bij zijn laatste twee kinderen wordt Joannes Damen overigens Crompvoets genoemd en onder die naam treffen we hem hier boven ook aan al getuige bij kind 7. Loe Giesen 28 |