Omschrijving
Biejeingezeumerd 2016-2

Uit de vereniging:
Blz. 2 De wolf op de stoep?
Blz. 4 Fietstocht op Hemelvaartsdag
Blz. 6 Jaarvergadering Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal
Blz. 7 Nieuwe themawandeling in Beesel
Blz. 8 Schenkingen
Blz. 8 Jaarprogramma Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal en MHVS
Blz. 8 Open dag MHVS
Overige artikelen:
Blz. 9 Een migrant in het Swalmdal
Blz. 10 Van hot nao haar door ‘t Zjwaams Waordebook (38)
Blz. 11 Van drankpak naar toiletpapier
Blz. 12 Lag er ter p Meer ...
Tonen 1-5 van 28
Tekst
Inhoud Jaargang 9

– 2016

No.2

Uit de vereniging:
Blz. 2
De wolf op de stoep?
Blz. 4
Fietstocht op Hemelvaartsdag
Blz. 6
Jaarvergadering Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal
Blz. 7
Nieuwe themawandeling in Beesel
Blz. 8
Schenkingen
Blz. 8
Jaarprogramma Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal en MHVS
Blz. 8
Open dag MHVS
Overige artikelen:
Blz. 9
Een migrant in het Swalmdal
Blz. 10
Van hot nao haar door ‘t Zjwaams Waordebook (38)
Blz. 11
Van drankpak naar toiletpapier
Blz. 12
Lag er ter plaatse van de Romeinse Swalmovergang een brug?
Blz. 15
Kroniek van Swalmen, januari, februari en maart 2016
Blz. 17
Uit de oude doos
Blz. 18
Over klokken gesproken: ‘wat is een regulateur en wat is een paardjesklok’
Blz. 19
Natuurtuin Asselt
Blz. 22
Wat is het Aezelproject?
Blz. 23
Tijdreis
Blz. 24
Meis
Blz. 24
Groenstrook naast de Robijn te Swalmen
Blz. 25
Mien eerste Zjwaams
Blz. 26
Een half jaar dwangarbeid en heel veel geluk: 26 november 1944–26 mei 1945 (2)

Foto’s aangeleverd door:
Gerry Nijssen-Severens
Hans Simons
Foto Peter Bors
Jos Alers
Toine Wuts
Wiel Luys
Guus Boots
Serge Giesberts
Lei Timmermans
Walther Brouns
Harry Cuypers

blz. 2, 24, 25
blz. 4, 5, 15, 16, 24
blz. 6, 7
blz. 9
blz. 11, 12
blz. 13
blz. 14
blz. 15
blz. 17
blz. 18, 19
blz. 21

Rectificatie: In Biejeingezeumerd 2016-1 is de auteur van ‘Etalageproject grofkeramische industrie in Reuver’ per abuis verkeerd
vermeld. Dit moet zijn Geert Fransen.

1

Uit de vereniging:
De wolf op de stoep?
Gerry Nijssen-Severens
Op woensdagavond 20 april werd bij Emmaus
Perspectief op Genoenhof in Swalmen, door
rond de 25 geïnteresseerden aandachtig geluisterd naar de lezing van Wim Tegels over
de wolf.
Na de inleiding van Toine Wuts ging Henri
Smeets kort in op het historisch perspectief
van de wolf in de directe omgeving in Swalmen.

dit beschreven staat, onder andere over dergelijke
gevallen in Reuver en Kessel. Soms werden nog delen van ledematen van de slachtoffertjes in de omgeving aangetroffen.
Meermaals werden er drijfjachten gehouden, o.a.
bij de Wolfskuil bij Hillenraad (wolfskuil: drie tot
vier meter diepe valkuil, soms voorzien van stenen
wand, bedoeld om wolven te vangen) of richting
Maas (in Beesel, Belfeld, Maasniel, Swalmen en
Elmpt). De drijvers, onder wie burgemeester, raadsleden, schutters en ruiters van zowel Nederlandse
als Duitse zijde, mochten slechts stilzwijgend jacht
maken, helaas zonder resultaat.
De wolven zijn uiteindelijk toch vertrokken omdat er lokaal (1810-1812) op hen werd geschoten
en de plaatselijke populatie tenslotte werd uitgeroeid. Om hoeveel wolven ging het? Conclusie:
waarschijnlijk betrof het 1 of 2 oudere, zwervende,
solistische mannetjes, al iets trager, die kinderen
kozen als makkelijke prooi.
Na 1815 zijn er bijna geen wolven meer in deze
streken aangetroffen.

In 1815 vonden er volkstellingen plaats. In
die tijd leefde de wolf nog in onze omgeving,
in een totaal ongerept landschap. De plaats
Roermond telde in die tijd 4.000 en Venlo
6.000 inwoners. Er was weinig infrastructuur,
het landschap was volkomen natuurlijk (o.a.
moeras) en men vreesde de wolf als bedreiging voor de veestapel.
In Swalmen werd de eerste wolf gesignaleerd
in 1685. Omdat er sprake was van schade bij
het vee (o.a. schapen, kippen en ganzen)
doordat wolven de dieren ombrachten, werd
er begin 1700 in Beesel een fonds opgericht
dat gedupeerden schadeloos stelde. Mensen
die wolven afschoten ontvingen een premie,
zo ook in Swalmen.
Tussen 1810 en 1812 zijn 9 kinderen door
wolven verscheurd, o.a. in Bussereind. Dit
weten we uit diverse archiefstukken waarin

Wim Tegels, ecoloog, vertelt over zijn ervaringen
met de wolf. Hij is vaak in Polen geweest, vlakbij de Russische grens in
het Middel-Europees oer(woud)bos
waar nog wolven leven. In 1996 is de
wolf teruggekeerd naar Duitsland.
In april 2015 is er zelfs een wolf
in de stad Groningen gesignaleerd.
Wat zijn de ontwikkelingen tot nu
toe? Rond 1960 is er sprake van een
dieptepunt in Nederland wat betreft
natuur en milieu; door milieuverontreiniging verdwenen veel diersoorten. Rond 1980 brengen diverse
Geheel links Wim Tegels

2

natuurwetten verbetering en in 1990 komt het Natuurbeleidsplan (Ecologische Hoofdstructuur) en
Europese regelgeving. Langzaam keren o.a. roofvogels, ijsvogel, zalm en bever terug. Zo ook de wolf.
Het filmpje van de VARA toonde ons dat de wolf
nog steeds in Polen, Spanje en Italië leeft en in
staat is tot het afleggen van afstanden van meer
dan 100 km per dag.
In 2009 is een wolf in Lausitz (Sachsen, Duitsland)
gezenderd. Men heeft daardoor kunnen achterhalen dat hij zich 1.500 km heeft verplaatst, van
Duitsland naar Wit-Rusland. Hij is dus onderweg en
wat nu? De mens bestaat ongeveer 125.000 jaar, de
wolf al 200.000.000 jaar. Hij is tevens de voorouder
van de hond, in feite een tamme wolf die ± 16.000
jaar geleden gedomesticeerd is tot het eerste huisdier. Tegenwoordig zijn er wel 365 hondenrassen.
Een volwassen wolf is 70 – 90 cm hoog met een
kop – romplengte van ongeveer 1 meter. De staart
is 30 – 50 cm lang en een wolf kan 30 – 50 kg
wegen. Het volwassen dier kan in één keer 10 kg
voedsel verstouwen en het voedsel eventueel uitbraken als er jongen te voeden zijn. Een wolf heeft
korte driehoekige oren, witgekleurde wangen,
rechte rug, vaag grauw zadel en kan blaffen, maar
doet dit zelden. De levensduur is ca. 12 jaar en ze
zijn geslachtsrijp na 1 à 2 jaar. In april/mei werpt
een vrouwtje 4 tot 6 jongen die na 3 weken uit
de burcht kruipen. De vader gaat op jacht met de
jongen van de worp van vorig jaar. Een roedel (ongeveer 8 – 10 wolven) bestaat uit een ouderpaar,
puppy’s en jaarlingen. Er vindt geen incest plaats
bij wolven. Hun territorium beslaat ca. 200 km2. 1
à 2 jaar na hun geboorte gaan de jongen op zoek
naar een partner en een eigen territorium. Wolven
communiceren via grommen, huilen en het uitzetten geursporen. De voetsporen meten minstens 8
cm (excl. nagels), de keutels zijn 2 tot 3 cm dik en
10 tot 15 cm lang, ze bevatten prooiresten zoals
botten en haren. Hieruit kan men ter identificatie
DNA halen.
De prooi van de wolf in onze omgeving bestaat grotendeels uit dode dieren, oude en jonge zieke dieren, soms ook schapen en ander kleinvee, reeën,
edelherten, wilde zwijnen. Een wolf eet ca. 1.000
kg per jaar. Een eenvoudige manier om schapen te
beschermen tegen wolven: ‘s nachts binnenhouden,
schrikdraad van minimaal 90 cm hoog met 1250
volt erop, plus plastic vaantjes en een kuddebeschermhond, bijvoorbeeld een Pyreneese berghond.

Dreigt er gevaar voor de mens? Wanneer er hondsdolheid heerst, een wolf met een hond jongen
krijgt of wanneer kinderen schapen hoeden, is
er bij een extreem laag prooidieraanbod mogelijk
levensgevaar. Aangezien er geen sprake is van de
voorgaande omstandigheden, vormt de wolf nauwelijks nog risico. Mocht je ooit een wolf tegenkomen: blijf kalm, houd afstand, maak eventueel
geluid en maak desnoods een foto (herinnering en
bewijs). Wees blij met je waarneming. Ga daarna
op zoek naar sporen en meld je waarneming op
wolveninnederland.nl.
In uitgestrekte wouden in onder andere Polen en
Wit-Rusland leven nog wolven, sinds 1982 zijn ze
een beschermde diersoort. In 1996 is de wolf vanuit Polen (Oerbos van Białowieža) naar Duitsland
getrokken, waar in 2000 voor het eerst wolven zijn
geboren. De roedels zitten (2015) in Sachsen, Berlijn, Niedersachsen en Mecklenburg-Vorpommern.
De prognose voor Duitsland luidt, dat er op grond
van het huidig beleid in 2020 meer dan 100 roedels
(in 2015 waren er 33) zullen zijn, volgens de berekening in 2030 aangegroeid tot ca. 1.200. Volgens
het principe vol is vol zal er op een gegeven moment een stabilisatie van het aantal roedels volgen.
Er zijn waarnemingen van wolven geweest in België, Aken, Geilenkirchen en Duiven (2011). In 2013
is er in Luttelgeest (gemeente Noordoostpolder in
de provincie Flevoland) een wolf doodgeschoten.
Het dichtstbijzijnde gebied met ruimte voor 100
roedels in 2020 ligt in Hessen, Rheinland Pfalz, de
Eiffel en Nordrhein-Westfalen.
Het groene gebied in Midden-Limburg (Meinweg) is
bij uitstek geschikt voor een roedel wolven, afkomstig uit Duitsland (Hessen), over ongeveer 5 jaar.
Op het eind van de lezing spreekt Wim de hoop uit
op minder angst, meer begrip en waardering voor
de wolf.
Na een zeer interessante lezing, langer dan gepland, wordt hij bedankt met een fles Lupulus bier,
bijbehorend glas en het applaus van de aanwezigen.
(Lupulus is Latijns voor ‘wolfje’, vandaar. Zowel op
het etiket als het glas staat dan ook een afbeelding
van een kleine wolf tussen hopplantjes.)

3

Fietstocht op Hemelvaartsdag
Riky Simons-Julicher
Als de kerkklokken eindelijk zwijgen op deze zonnigste Hemelvaartsdag ooit in de MHVS-fietshistorie kan bestuurslid Herm Geraedts namens de beide verenigingen de fietsers verwelkomen. Hij
nodigt ons uit voor een tocht langs een vijftal molens in het Leudal. Ooit waren dat er veel meer.
Nog voor we bij het pontje in Rijkel zijn rijden we al over een
paadje waar de meesten nog niet eerder zijn geweest; dat is een
kenmerk van de verenigingsroutes en een reden waarom zoveel
mensen mee willen. In Rijkel staat nog een tiental mensen te
wachten, zodat we in totaal met veertig personen zijn. In twee
ploegen worden we de Maas overgezet. Iedereen betaalt €1,- aan
Gerard Jonkman, zodat die de 10-rittenkaarten kan regelen.
De eerste stop is bij de Friedesse molen in Neer, genoemd naar
een eigenaar in het verleden met de naam Godefridus. Herm
heeft zich goed voorbereid op deze fietstocht en weet allerlei
gegevens over deze molen op te dissen. Bijvoorbeeld dat de eerste vermelding van een molen op deze plek al in 1343 was en
ze eigendom was van de Stiftdames in Thorn. Tot 1961 heeft de
molen gefunctioneerd. Door kanalisatie van de Neerbeek raakte
ze in verval. Vanaf de jaren ‘80 volgde jarenlang herstel en sinds
2002 functioneert ze weer als korenmolen. Ze is nu eigendom
van bouwbedrijf Geelen. Fietsend langs brouwerij Lindeboom
kunnen we de linde uit 1790 aanschouwen, die nog altijd op
dezelfde plek staat.
Dan gaat het verder naar de Leumolen, ook wel St. Ursulamolen
genoemd. Deze molen had al een voorganger in de 13e eeuw.
Ze is nu eigendom van Staatsbosbeheer en sinds 1961 weer in
gebruik. Molenaar Piet Zegers ontvangt onze groep voor een
privérondleiding en sluit de deur uit voorzorg af. Hij vertelt
ons allerlei wetenswaardigheden: voor een watermolen heb je
een beek nodig en om graan te malen ronddraaiende stenen.
Dat wisten we natuurlijk al. In deze molen wordt tegenwoordig
uitsluitend gemalen voor demonstratiedoeleinden, gewoonlijk
maïs, hoewel die niet verkocht mag worden, wel gratis meegenomen. Dat is uit hygiëne-overwegingen: Piet kan niet garanderen dat er geen muizen in de molen bivakkeren. Behalve de
graanmolen staat er in de Leumolen ook een oliemolen. Met de
oliehoudende zaden, meest lijnzaad, hebben ze meer werk. Drie
werkgangen: de korrels pletten, verwarmen en persen. Na de
eerste, koude persing is er 60% olie uit de zaden gehaald. Om
de rest te verkrijgen moet het proces gewoon opnieuw. En: hoe
meer er opgewarmd wordt, des te slechter is de kwaliteit van
de olie. We vernemen ook de betekenis van enkele aan de olieproductie ontleende begrippen. Het persen gaat bepaald niet
geluidloos, waardoor de werknemers in het verleden nogal eens
slechthorend werden. Hun handen waren meestal glibberig van

4

de olie. Een ‘vet-oor’ is dan iemand die doof is en daarom zijn (vettige)
hand achter zijn oor houdt. Ook ‘oliedom’ heeft volgens Piet eenzelfde
oorsprong: Hè? huh? vraagt iemand die niet goed meer hoort.
We krijgen nog de gelegenheid om de tentoonstelling ‘Cultuurhistorische
toppers van het Leudal’ te bekijken in de ruimte ernaast. Op een interactieve kaart staan de diverse locaties aanklikbaar aangegeven, zoals de
Graoveberg, de oude boomgaard, de visvang, de houtwal, de lossluis en
de oude grafheuvels bij Budsjop. Die zullen we vandaag niet allemaal ter
plekke gaan bekijken. Wel nemen de meeste fietstochtdeelnemers nog
een kijkje in het zoldergedeelte van de molen. De hoogstamboomgaard
tegenover de molen met verschillende fruitbomen, die deels nog fraai in
bloei staan, wordt door menigeen ook nog even bewonderd.
We fietsen naar de St. Elisabethmolen, die sinds 2015 weer in gebruik is.
Ook deze molen heeft een verre voorouder. Ze hoorde ooit bij het klooster
in de buurt, maar werd door de Fransen onteigend. De Duitsers bliezen de
molen op in 1944. De gemeente Leudal liet het restant van de oorspronkelijke graan-, olie- en zaagmolen herbouwen als waterkrachtcentrale.
Vanaf 2015 wekt ze voldoende groene stroom op voor 15 tot 20 huishoudens en de naastgelegen Elisabethshof. Stadsdichter Frits Criens schreef
over deze molen een sonnet, waarvan de laatste drie regels luiden:
Nu maken mulders met je scheppend rad
Tot nut en educatie groene stroom
Een duurzaam samenspel met machtig water.
We gaan verder door een fraai stukje Leudal en dan is het tijd voor een
wat langere pauze. Die wordt gehouden bij restaurant De Busjop. Het is er
behoorlijk druk, maar de deelnemers aan onze fietstocht vinden verspreid
over het terras nog wel een plaatsje. Na een uur heeft iedereen wat kunnen eten, drinken en afgerekend.
Verder gaat het naar de Vogelmolen, die tot 1958 in gebruik is geweest
als graan- en oliemolen. Een eerdere eigenaar heette Vogels. De molen
is nu verbouwd tot restaurant. Aan de achterkant van de Vogelmolen
ligt kasteel Aldenghoor, ook een pand met een uitgebreide historie, die
teruggaat tot 1212 met o.a verwoestingen tijdens de 80-jarige oorlog en
veel wisselingen van eigenaars. Het is inmiddels een rijksmonument en
in privébezit van de familie Haans. We kunnen vandaag helaas niet de
binnenplaats bekijken.
Maas- en Swalmdalvoorzitter Henri Smeets vertelt nog over de mogelijkheden voor een bezoek aan het gerestaureerde kasteel De Keverberg
in Kessel en een geplande excursie naar de molens over de grens, na de
vakantieperiode.
Dan belanden we via Buggenum en Horn in een enorme drukte op de
Maasbrug in Roermond vanwege het Bevrijdingsfestival. Dat valt behoorlijk tegen na zo’n heerlijke fietstocht door de ontluikende natuur in het
Leudal. Leeuwen en Asselt nog en dan kunnen de liefhebbers uitrusten
en napraten op het terras van Genoenhof.

5

MediaViewer 2.6 - © 2012-2025 Collectiony BV