door Wim van Diepen
Op het perceel aan de grote weg van Belfeld naar Reuver, tegenover de Maasstraat, woonde een paar eeuwen lang de familie Schreurs. Tegenwoordig is dit het adres Rijksweg Zuid 5.
Mijn verhaal start tweehonderd jaar geleden met: Gerardus Schreurs (1824-1900). Hij was een zoon van Petrus Schreurs (1766-1833) en Anna Derix (1785-1840). Gerardus was het tiende kind van dit echtpaar.
In 1849 was Gerardus ‘akkerman’ van beroep. In dat jaar trouwde hij in Tegelen met de 31- jarige Petronella Hermans. Hun geluk was van zeer korte duur. Petronella stierf, net als haar eerste kind, in april 1850 door complicaties bij de geboorte van dat kind (Anna Schreurs). Korte tijd later, op 7 juni 1851 trouwde Gerardus opnieuw, nu met de 29-jarige Petronella Pennings uit Maasbree. Ook Petronella werd niet echt oud (1822-1875). Maar met zijn tweede vrouw kreeg Gerardus toch zeven kinderen, waarvan er drie nog geen jaar oud werden. Zoals bekend was de gezondheidszorg in die tijd van een zeer matig niveau en dat leidde tot veel sterfgevallen bij jonge kinderen en ook bij kraamvrouwen. De overige kinderen van het echtpaar Schreurs-Pennings werden wel volwassen. Dat waren:
- Peter Leonard Schreurs (1853-1912). Hij had een bakkerij op het noordelijke deel van het bovengenoemde perceel. Hij trouwde in 1890 met Petronella Kessels uit Maasbree. Ze kregen samen vier kinderen. In de periode tussen 1911 en 1914 werd het gezin getroffen door het noodlot. Zowel bakker Peter als de vier kinderen overleden. Hun leeftijden waren 58, 21,18,16 en 15 jaar. Oorzaak was mogelijk tuberculose, longontsteking of de Spaanse griep. Met de middelen van toen waren dergelijke ziektes nauwelijks te bestrijden. In overlijdensaktes moet een arts de (vermoedelijke) doodsoorzaak opgeven, maar dat blijft verder geheim. Als je een overlijdensakte opvraagt wordt die doodsoorzaak dus niet vermeld. Overigens gaven artsen in die tijd vaak als oorzaak op: ‘onbekend’. Alleen moeder Petronella bleef over. Zij ging vervolgens terug naar de overkant van de Maas, waar ze oorspronkelijk vandaan kwam.
- Johannes Theodorus Schreurs (1855-1940). Toen hij 39 jaar oud was, trouwde hij in Belfeld met Elisabeth Petronella Kurstjens (1863-1952). Hij woonde naast zijn broer Peter en is de grondlegger van de horeca-activiteiten van deze familie. Daarover verderop meer.
- Peter Anton Schreurs (1861-1940). Hij is nooit getrouwd.
- Gertrudis Margaretha Schreurs (1864-1941). Zij trouwde op 36-jarige leeftijd met Jacob Hubert Rijs, zoon van de Sevenumse veearts. Van de vier kinderen uit hun huwelijk stierven er twee direct bij de geboorte. Zo bleven alleen de dochter Marie en haar broer Mathieu over. Zij trouwden allebei op 20-11-1945 met een jongen en een meisje uit de Baarlose familie Meerts. Marie trouwde met Hendrik Meerts en ging wonen in Belfeld aan de maaskant van de Rijksweg Zuid. Het echtpaar Meerts-Rijs bleef kinderloos en hun huis is inmiddels afgebroken. Op die plek is een nieuwe villa gebouwd met het adres Rijksweg Zuid 8. Oudere Belfeldenaren hebben dit echtpaar (Theike Miers en Merieke van Ries) zeker nog gekend. Ze leefden in zeer eenvoudige omstandigheden en verdienden de kost als landbouwers. Ze waren met bijzonder weinig al tevreden. Het andere bruidspaar, Jan Rijs en Agnes Meerts, vertrok naar Baarlo.
Gaan we nu terug naar Johannes Theodorus Schreurs. Heel Belfeld kende hem onder zijn bijnaam “Schreurs Henneske”. Hij was, zoals we al zagen, getrouwd met Elisabeth Kurstjens. Zij was beter bekend onder de bijnaam ‘van den Anker’. De familie Schreurs had levenslang een oude antieke kast, waarop het familiewapen, een anker, teken van hoop, diverse keren stond afgebeeld. Het eigenlijke beroep van Henneske was timmerman en dat werd spoedig daarna uitgebreid tot ‘aannemer’. Rond 1892 startte de familie Schreurs ook met een herberg, die in eerste instantie kennelijk gevestigd was bij de bakkerij van Peter Schreurs. In dat jaar breekt er ook brand uit in het huis van vader Gerard Schreurs. De timmerwerkplaats van zoon Henneske gaat verloren, maar alles is goed verzekerd en wordt snel hersteld. In 1894 gaat Henneske trouwen met zijn Elisabeth en al snel blijkt, dat hij een echte ondernemer is. Korte tijd later, (in 1896) vinden we een eerste vermelding over de herberg van J. Schreurs. In dat jaar wordt hij ook al benoemd tot “schatter” voor de personele belastingen. In 1897 slaagt hij erin om tolgaarder te worden op de Rijksweg voor zijn deur. Daarvoor moet hij jaarlijks 131 gulden betalen aan de staat. Bovendien start hij, samen met de Venlose bierbrouwer Louis Anton Wolters, op de hoek van de Berkenhoflaan met de Schoolstraat een fabriekje waar stenen en later ook dakpannen worden gefabriceerd. Via een advertentie vraagt hij personeel voor het fabriceren van 800.000 stenen. In het jaar 1898 worden in Belfeld al meer dan 1 miljoen stenen per jaar gemaakt. Samen met zijn compagnon bezit hij al veel grond en ook klei, onder andere achter ‘Schonenborg’. In dat jaar is er veel schade door hagel aan de veldgewassen van de familie Schreurs. Ook nu blijkt men goed verzekerd en wordt de schade dus vergoed.
Na het overlijden van vader Gerard Schreurs worden op verzoek van de erfgenamen diverse landerijen, een hoeve, landbouwgereedschappen, vee en een uitgebreide inboedel verkocht. Dat gebeurt dan deels in de herberg van Johannes Schreurs maar ook in de herberg van zijn broer Peter Schreurs. Op enig moment blijft alleen de herberg van Johannes Schreurs over. Petrus richt zich dan kennelijk uitsluitend op zijn bakkerij. Henneske blijft ook actief als aannemer. Zo wint hij de inschrijving voor de uitbreiding van de school in Belfeld. Voor een bedrag van 1884 gulden mag hij dat werk in 1902 gaan uitvoeren. In Belfeld waren rond 1900 al 9 pannenfabrieken. Dat was kennelijk te veel en in 1911 werd het bedrijf van Schreurs en zijn in 1906 overleden compagnon Wolters opgeheven. Overigens werden de droogloodsen van dat bedrijf in 1919 overgenomen door de ‘Nord’ (Nicolaas Hekkens uit Tegelen). Die was bekend als fabrikant van ‘Nordhauser Pruimtabak’ en startte later ook een steenfabriek op de Horsterberg tussen Belfeld en Tegelen. De grond op de hoek Berkenhoflaan/Schoolstraat bleef trouwens in het bezit van de familie Schreurs en werd later verpacht aan buurman Willem Opstals. Die verbouwde daar meestal groente.
De familie Schreurs nam ook uitgebreid deel aan het Belfeldse verenigingsleven. Voor de schutterij maakte Henneske 50 jaar lang de vogel voor het jaarlijkse vogelschieten. De basis van die vogel was altijd een flinke boomstronk die hij al in de herfst uitzocht. Het moest een taai exemplaar zijn, dat door Henneske ook nog enkele maanden bij zijn huis in de ‘sjtortluip’ (afvoergoot van de keuken) werd gelegd. Het was de bedoeling dat het schieten lang duurde en dat lukte het beste als je een vogel gebruikte die op deze manier was geprepareerd.
Henneske maakt de vogel voor de schutterij (uit ´Mooi Limburg´ 2-5-1936)
Zijn café was trouwens jarenlang de thuisbasis van de schutterij. Het recht om als thuisbasis te functioneren werd jaarlijks uitbesteed aan de meest biedende kastelein. Daardoor wisselde schutterij Sint Urbanus nogal eens van stamcafé. Zo hadden ze hun clublokaal bijvoorbeeld bij Ties Gielen aan de Schoolstraat, bij Mechelke aan de Stationsstraat, bij van Hooren aan de Maas en bij ‘de Kriëmer’ op de Bolenberg. De leden van de schutterij kwamen in het verenigingslokaal wekelijks hun bijdrage voor de ‘ziekenbus’ betalen. Dan bleven ze vaak even om wat te praten en uiteraard werden dan ook een (of meer) consumpties besteld. Dat was natuurlijk gunstig voor de omzet van de caféhouder. Wie ziek werd en daardoor niet kon werken kreeg gedurende maximaal een half jaar een uitkering van een paar gulden per week. Dat systeem van de ziekenbus bestond bij meer schutterijen. Een van de twee fraaie schutterijen uit het dorp Neer heeft er zelfs haar naam aan te danken: ‘de Bussenschutten’.
Intussen kregen Henneske en zijn vrouw Elisabeth kinderen, in totaal zeven. Gertruda, geboren in 1901, mocht maar zes jaar oud worden, maar de anderen werden wel allemaal volwassen. Helaas werd de familie Schreurs getroffen door een tragisch ongeval. Huub, hun oudste zoon, geboren in 1895, is overleden op 3 februari 1916. Hij is op de spoorbaan achter zijn ouderlijk huis onder de trein gekomen. Enkele weken eerder was zijn buurmeisje Wilhelmina Jacobs, die aan de andere kant van het spoor op de Stationsstraat woonde, dodelijk verongelukt bij het bedienen van de weegbrug die voor hun café (‘Mechelke’) lag. Nog lang werd verteld dat Huub verkering gehad zou hebben met Wilhelmina en dat hij het verlies van zijn vriendin niet kon verwerken.
Berichten in de Nieuwe Venlosche Courant van 22 januari en 5 februari 1916
De herberg werd geleidelijk overgenomen door de volwassen kinderen Schreurs. Vooral de twee dochters Nel en An speelden daarbij een grote rol. In de twintiger jaren werd de zaak een hotel, café en restaurant. Met name de bouw van de Belfeldse stuw, tussen 1924 en 1928, zorgde voor hotelgasten. De dames zorgden voor het eten en de kamers. De heren zorgden naast hun werk en andere activiteiten vooral voor de bediening van de gasten. In drukke tijden werd ook personeel van buitenaf aangetrokken.
Vlak voor het café lag vanaf 1925 de voornaamste bushalte van Belfeld en dat zorgde ervoor dat het bedrijf heel goed bereikbaar was. Menige keer werd het café dan ook door een notaris uitgekozen voor een of andere openbare activiteit. Bijna altijd ging het dan om de verkoop van huizen, landerijen, inboedels, vee, veldgewassen of bomen.
Ook kwam bij het café een zogenaamde ‘klokbus’ te hangen. Daar kon men advertenties voor de krant in deponeren. Deze bussen werden enkele keren per week leeg gemaakt en dat zorgde voor veel krantenadvertenties, maar ook voor omzet bij ‘de kinderen Schreurs’.
In 1931 werden langs de hoofdverkeerswegen in Nederland posten ingericht voor ‘eerste hulp bij ongelukken’. Ook in de zaak van de familie Schreurs kwam zo’n hulppost. De Belfeldse verenigingen organiseerden geregeld activiteiten zoals vergaderingen, wedstrijden en tentoonstellingen bij ‘Schreurs’.
Henneske is in 1940 overleden, maar zijn kinderen gingen rustig verder met de goedlopende zaak. Vanaf 1930 en ook na de oorlog werden diverse verbouwingen doorgevoerd. Zowel het horecagedeelte als het achterliggende boerderijdeel werden verschillende keren aangepast aan modernere eisen.
Moeder Schreurs-Kurstjens met de vijf kinderen en twee kostgangers in 1940
In in de oorlogsjaren draaide het bedrijf tot eind 1944 gewoon door. In die tijd konden de boeren er o.a. op een soort markt terecht voor het kopen van schapen en varkens en op enig moment was er ook een hengst aanwezig voor de paardenfokkers.
In 1954 plaatsten ze zelfs een televisie in hun zaak en dat trok heel wat kijkers. De jeugd was bijvoorbeeld massaal aanwezig als er voetbalwedstrijden werden uitgezonden. Zo stond het op 10 september 1954 in de Tegelse krant:
Hoewel nergens precies is te achterhalen in welk jaar de kinderen het bedrijf overnamen, mogen we aannemen dat dit in de ‘twintiger jaren’ van de vorig eeuw al geleidelijk op gang kwam. De oudste kinderen werden volwassen en Henneske en zijn vrouw bereikten toen de leeftijd van 65 jaar. In die tijd bestond er overigens nog geen AOW en verzorgingshuizen waren op het platteland van Noord-Limburg ook niet aanwezig. Het gevolg was dat de meeste oudjes bleven werken ‘zo lang het ging’ en door de kinderen werden begeleid tot het einde van hun leven. Zo ging het ook bij de familie Schreurs. Er ontstond natuurlijk wel een bepaalde taakverdeling. Er waren vijf volwassen ‘kinderen Schreurs’ die uiteindelijk samen het hele bedrijf bezaten.
- Petronella ‘Nel’ Schreurs *Belfeld 24-01-1897 +Tegelen 05-12-1988. Zij werd dus 91 jaar oud. Zij was de oudste en ontwikkelde zich min of meer tot leidster van het horecagedeelte van hun onderneming. Zij stuurde de zaken daar aan en verdeelde eventueel de taken. Kortom ze was het hoofd van de huishouding. Zij was zeer zorgzaam voor haar broers en zus. Zowel Nel als haar zus An gingen vaker mee naar Lourdes als begeleidsters van de zieken. Verder trokken zij af en toe naar Katwijk aan zee. Ook hadden ze kennissen in Oostenrijk en zodoende brachten ze soms een bezoek aan Wenen. Toen Nel in de laatste periode van haar leven gehandicapt raakte en in verpleeghuis Martinushof in Tegelen werd opgenomen kreeg zij daar elke dag bezoek en kwam zij bij bijzondere gelegenheden toch nog telkens even naar huis.
- Arnoldus ‘Nöl’ Schreurs *Belfeld 07-03-1899 en + Venlo 18-12-1983. Hij werd 84 jaar oud. Hij hield vooral de financiële zaken in de gaten. In Belfeld werd hij gezien als een deskundige op het gebied van land- en pachtzaken. Hij functioneerde o.a. als schatter voor de belastingen en had een adviserende rol bij de grote Belfeldse ruilverkaveling. Ook was hij enkele jaren lid van de gemeenteraad. Voor velen was hij een deskundige en goudeerlijke adviseur, die goed kon luisteren en belangeloos heel wat problemen wist op te lossen. Nöl was een zeer gerespecteerd lid van de Belfeldse schutterij en stond bekend als een van de beste schutters uit de hele regio. Zijn grote hobby was jagen en daarmee haalde hij zelfs geregeld de krant. Bijzondere jachtresultaten werden indertijd gewoon in de krant vermeld!
Berichten in de Nieuwe Venlosche Courant van 6 februari e1928 en 4 oktober 1935
Op een gegeven moment begon hij een eigen café aan de noordzijde van de Markt, tegenover kolenboer Graet Goossens. In dat café hing de kop van een enorm wild zwijn als jachttrofee aan de muur. Hij had er altijd prachtige muziek, eerst via grammofoonplaten, later beschikte hij over een schitterend elektrisch orgel. In zijn café kwamen zijn vele (jacht)vrienden om te praten, te kaarten en te biljarten. Later had hij in het weekend ook veel Belfeldse pubers te gast. Bij hem dronken ze vaak hun eerste glazen bier en kregen ze van Nöl les in het biljarten. Hij zorgde er ook voor, dat de jongelui niet te veel alcohol nuttigden. Als het fout dreigde te gaan zei hij doodleuk ‘jij krijgt niks meer, je hebt vandaag genoeg gehad’.
Hieronder een verhaal uit de Tegelse Courant van 'Sjeng van Corneel van Pau' over de schutterskwaliteiten van Nöl Schreurs.
- Joanna ‘An’Schreurs *Belfeld 27-01-1903 en +Venlo 01-02-1992. Zij werd 89 jaar oud. Zij was vooral zorgzaam, voor haar ouders en broers en zus. Ze was zelf met heel weinig tevreden en zorgde dat het de hotelgasten en haar familie aan niets ontbrak. Broer Gies vertelde ons als pubers vaak, dat An de jachtbuit en de visvangst zo lekker kon bereiden. An had wel als regel dat de mannen niet te vroeg in de keuken mochten komen. Die moesten gewoon wachten tot alles klaar was. Aan de Berkenhoflaan had ze nog wat spullen van het café en die moesten bewaard blijven zo lang het ging. Zo moest een eenvoudig, oeroud schemerlampje nog gerepareerd worden (door een huisvriend) en vervolgens kreeg dat weer een plek in de gang. Toen haar einde naderde dacht zij niet aan zichzelf, maar maakte zij zich grote zorgen over Piejaer en Gies, hoe zouden zij zich gaan redden zonder haar?
An, Piejaer en Gies aan de Berkenhoflaan rond 1990
- Pierre ‘Piejaer’ Schreurs * Belfeld 27-02-1905 + Venlo17 mei 1998. Hij werd 93 jaar. Hij was vooral de leider van het boerenbedrijf. Zijn hoofdactiviteiten lagen op de akkers, de weiden en bij het vee. Hij genoot van de natuur en het buiten zijn en maakte lange dagen. In zijn jonge jaren was hij ook voetballer bij Belfeldia. De jacht en vooral de postduiven bleef hij levenslang trouw. Jarenlang was hij voorzitter van duivensportclub ‘Pijlsnel’. Op talloze duivententoonstellingen in de regio was hij een gewaardeerd en deskundig keurmeester. Na het overlijden van An woonde hij met Gies nog enkele jaren in Belfeld. Uiteindelijk verhuisde hij samen met zijn jongste broer naar de ‘Vorstenheuvel’, een verzorgingshuis in Venlo. Daar genoten ze nog van hun laatste jaren en de liefdevolle verpleging.
- Gisbertus ‘Gies’ Schreurs * Belfeld 24-01-1909 en + Venlo 25-04-2000. Hij werd 91 jaar. Giës richtte samen met vier vrienden in 1924 voetbalvereniging ‘Belfeldia’ op. De club en het voetbal hadden levenslang zijn belangstelling. Toen vader Henneske de vogel voor het vogelschieten van de schutterij niet meer kon maken heeft Gies dat meteen en voor vele jaren overgenomen. Hij was een trouw lid en een goed schutter, in 1949 lukte het hem om schutterskoning van schutterij Sint Urbanus te worden. Hij schoot niet alleen graag bij de schutterij. Net als zijn twee broers was hij ook een verwoed jager. Een bijzonderheid was zijn liefde voor het schieten met de windbuks. Als de gelegenheid zich voordeed, nam hij met veel succes deel aan wedstrijden in de hele regio. Op de kermissen van Belfeld kwam hij altijd naar de schiettent en dan wisten de kermismensen dat er weer veel prijzen zouden worden geschoten. Gies gaf ook schietles aan belangstellende jongelui. Dat deed hij bij de schuur van het huis aan de Rijksweg. Hij stak dan een lucifer tussen de voegen in de muur en dan moesten de jongens de rode luciferkop er vanaf schieten. Hij gaf daarbij altijd de nodige adviezen, want hij vond het fijn om opvolgers te krijgen. Heel vaak kwam Gies ook naar de Maas, via het Oude Veerpad naar de zogenaamde ‘Kal’. Daar kwam het riool van Belfeld ongezuiverd in de Maas uit. Er zat veel vis en dus waren er ook altijd vissers. Gies bekeek het steeds een tijdje, rommelde wat langs het betonnen rioolmuurtje in de wei, en als hij een worm te pakken had, vroeg hij of hij even mocht hengelen. Meestal had hij dan snel een vis te pakken en dan zei hij triomfantelijk tegen ons, de schooljongens: ‘Kijk jong, zo moet je dat doen, vis met een worm, dan vang je altijd wat’. Vervolgens ging hij weer naar huis en vaak kwam hij na een uur weer terug en speelde dezelfde scene zich opnieuw af. Na het overlijden van Piejaer bleef Gies als laatste van de kinderen Schreurs over. Daar kon hij maar moeilijk aan wennen.
Zeer opmerkelijk is dat geen enkel kind van Henneske in het huwelijk trad. Er kwamen geen kinderen die mogelijk als opvolgers het bedrijf zouden overnemen en uiteindelijk hebben ‘de kinderen Schreurs’ ergens tussen 1970 en 1980 hun bedrijf gewoon opgeheven wegens ‘gevorderde leeftijd’ van de ondernemers. Overigens waren de kinderen Schreurs altijd zeer betrokken bij het dorp en sprongen zij bij waar dat mogelijk was. Tot op de dag van vandaag heeft hun geboortedorp daar nog soms profijt van.
Bronnen: Gemeentearchief Venlo. Delpher. Jan Peeters (‘Kasteleinskinger’). Sjeng van Corneel van Pau.
Belfeld 21-11-2024
Reageren: wimvandiepen@home.nl Telefoon 077-4751987